Eén van de titels in mijn gezondheidsreis op Stamps luidde: chemotioneel. Recent vroeg iemand mij wat ik daarmee bedoelde. Chemotioneel is immers geen bestaand woord. Ik creëerde het woord, een contaminatie, zelf omdat het voor mij beschreef hoe ik mij voelde een paar dagen nadat ik een chemokuur had ontvangen. Emotioneel van de chemo.

Ik kreeg mijn chemokuren (achttien stuks, twee per drie weken) altijd op een woensdag. Het daarop volgende weekend zat ik vaak op de bank of in een luie stoel buiten en dan kon ik huilen om niets. Eén van de kinderen die belde, een kaartje in de bus, een vriendelijk woord onder mijn update in Stamps en ik voelde de tranen branden.

Geen idee of die emoties ook echt opgeroepen werden door de chemo. Vaak was ik gewoon moeër (of is het moeier?) dan ik gewend was door de behandelingen. Gelukkig was de moeheid en daarmee mijn emotionele kwetsbaarheid, na het weekend altijd weer weg. Niet dat ik mij ervoor schaamde, het was gewoon niet anders.

Chemotioneel. Ik heb de periode van behandelingen tijdens mijn gezondheidsreis gelukkig achter me gelaten. Het is alweer bijna twee jaar geleden dat ik de laatste chemo kreeg. Maar het gevoel van destijds kan ik nog steeds terugroepen.